08. Wat je wel en niet kan in dit leven

Hoe ontdek je wat je wel of niet kan in dit leven?

Dat doe je door te leren, met open ogen te leven en ook te voelen wat de verschillende situaties en gebeurtenissen, groot of klein, met jouw doen en dan ook later ook nog hoe het uitwerkt op anderen.

Ik ging als kind, zoals het eigenlijk hoort voor alle kinderen, altijd wel op onderzoek uit naar nieuwe dingen. Gelukkig had ik er meer als voldoende op mijn pad. Het moet in je zitten, maar ook moet de omgeving van een kind meewerken om zoveel als mogelijke indrukken op te doen.

Toen mijn ouders, in mijn jeugd een hondje aanschaften, gingen ze er overal mee naar toe. Zelfs een keer de bus in, niet dat mijn ouders ooit volgens mij met een bus reisden, maar ze vonden dat het diertje dat toch ook mee moest maken.

Dat is mij altijd bij gebleven en heb daar altijd rekening mee gehouden, in de tijd dat ik zelf dieren in mijn leven kreeg of heb genomen.

Heel jong probeerde mijn Moeder mij aan het lezen te krijgen. Ik las het liefste stripboeken. Ook las ik tussendoor boeken over bijv. woudlopers, hoe dat die konden overleven in onherbergzame gebieden. Dit soort boeken gaven mij een inkijk in dat wat de schrijver duidelijk wilde maken. Het stukje tekst was er als een toevoeging. Plaatjesboeken, noemde mijn Moeder dat en wilde graag dat ik andere boeken ging lezen.

Ze zei dan ook, “die plaatjes kunnen nooit zo mooi zijn, als dat jij het in je hoofd kan voorstellen”. Dit leek mij ergens overdreven, maar ik merkte met het lezen van deze boekjes wel dat ik steeds vaker probeerde er meer bij te zien als alleen dat plaatje. Ik vond het steeds minder en toereikend om mij te triggeren. Deze boeken maakte een beeld in mijn hoofd en daardoor, vond ik het zelfs moeilijker om er meer bij te denken. Het begrensde ergens mijn vermogen om groter te denken. Als start geschikt om te lezen, maar al heel snel was het voor mij alleen nog maar ontspanning als ik te moe was om echt te lezen.

Op het moment dat ik er ook echt aan toe was, kreeg ze mij zover om toch ook aan een gewoon boek te beginnen. Ik weet nog goed, dat ze met een boek aan kwam en tegen mij zei, dat ze even met mij wilde praten. Ze heeft het boek waarschijnlijk eerst zelf gelezen. Want ze vertelde er hartstochtelijk over en het leek wel of ik naar een hoorspel zat te luisteren. Kortom ze vertelde enkele dingen, die waar ze wel van wist zouden kunnen werken op mijn manier van denken. Ze wist de juiste snaar te raken en ik begon in de verhalen van Wipneus en Pim te lezen.

De verhalen van Wipneus en Pim spelen zich af in Kabouterland, een gebied in de grote wereld van elfjes, heksen en andere bijzondere figuren.

Deze zin staat zo in de Wikipedia en ik kan het voor elk kind aanraden en zeker als je merkt dat je kind een spirituele inslag heeft. Het trok mij erin en las het dagelijks overal tussendoor. Ik denk dan ook dat ik ze allemaal gelezen heb, maar weet dat niet meer zeker als ik nu lees dat er ooit 40 uitgebracht zijn.

Wat mij ook erg bij is gebleven in die boeken was, dat ze van alles meemaakten en dan een moment van rust zochten om naast elkaar te gaan zitten. Hun brood pakkend en dan uitpuften en genoten van die belegde boterhammen, die ze helemaal eerst beschreven voordat ze eraan begonnen. Ik had het gevoel of ik het kon ruiken en proeven wat hun meemaakten. Als ik dan zelf ging eten, was het voor mij altijd een reden om ook extra te genieten. Wat hun hadden beleefd kon ik dan nog een keer op mijn manier beleven. Het waren voor mij tovenaars zinnen. Avontuur en dan Meditatie, zoals ik het ervaarde. Zo wilde ik ook leven.

Toen ik iets ouder was en de macht van het lezen echt ondervonden had, kwam mijn Moeder met een volgend boek aan met de mededeling dat ik deze schrijfster zeker dan ook mooi en spannend zou vinden. Agatha Christie.

Door de jonge jaren van mij heen, heb ik voor zo ver ik weer weet ook van haar alles gelezen. Er staat vermeld dat het 66 detectiveromans waren die ze naast andere boeken heeft geschreven. Ik las alleen haar detectiveverhalen en dan nog het liefste eigenlijk van “Miss Marple”. Alle andere waren ook goed, maar dat oude mensje, leek volgens mij op mijn eigen Moeder. Dat heb ik haar nooit gezegd, geloof ik, maar ergens moesten ze wel uit hetzelfde hout gesneden zijn, dacht ik.

Om mij aan deze boeken te krijgen van deze schrijfster, zei mijn Moeder, “zo kan je zien, dat mensen heel snel op het verkeerde been te zetten zijn. En dingen die op het eerste gezicht makkelijk lijken, of juist onmogelijk, met de juiste manier van kijken en over na denken, toch heel anders kunnen zijn”. Dit sloeg voor mij alles, want ergens was ik er al lang achter dat ik anders naar andere mensen kon kijken als de meesten. Ik wilde weten hoe die oude dame dat dan deed en of zij ook zo was als ik. Of dat de schrijfster of haar personages dat wel of niet waren is voor mij nooit echt duidelijk geworden uit de boeken, maar dat maakte niet uit voor mij.

Ik heb ervan geleerd dat je zonder welke gave op paranormaal gebied je toch met open ogen en oren heel erg ver kunt komen.

Toen heb ik mij ten doel gesteld, om mijn geest ook zo te trainen, dat ik die rare en eigenlijk niet controleerbare ingevingen en dromen, zoals ik ze ervaarde, niet nodig zou hebben.

Later ging ik echter steeds meer merken, dat het juist elkaar bevorderde en de scheidslijnen altijd heel dun en soms onvindbaar zouden blijken te zijn.

Zien wat er echt te zien is. En kijken eerst met een lege geest. Dan alles overwegen, zonder zelf in te vullen wat zou kunnen leiden tot op het verkeerde been staan.

Want stond je eenmaal op het verkeerde been, dan was je verloren.

Dat had ik onder tussen ook in de verschillende gevechtsporten geleerd en de Yoga die ik dagelijks bleef trainen.

Verkeerd staan is een van de grootste problemen voor veel mensen die op een bepaalde leeftijd last van hun rug krijgen. Dan hebben ze op jongere leeftijd en vaak hun hele leven niet goed gestaan. En dat is ook als je ergens in de rij staat te wachten. Je lichaam is totaal niet in staat om goed te functioneren als je voeten niet op de juiste manier staan en je benen en spieren op de juiste manier gespannen en andere weer ontspannen zijn.

Later heb ik daar heel veel les in gegeven.

Ik heb dat “HSB”, genoemd. Human Spiritual Balans. Een mengeling van verschillende soorten Yoga en gevechtssporten. Misschien dat ik in een ander boek daar nog eens alles van uit de doeken zal doen, wie weet.

Mijn Moeder daagde mij uit, om te kijken wie het bij het recht eind had en bij welke bladzijde je wist wie het gedaan had, in de detective boeken die wij lazen. Al na een paar boeken, kon mijn Moeder niet meer winnen van mij, want dit was een wedstrijd die ik nog veel serieuzer opnam als zij.

Ook bij detective films gingen we datzelfde doen. Ik vond het dan heerlijk om te merken dat, als ik met open ogen en geest keek en luisterde, ik ook steeds sneller kon ontdekken hoe dat de schrijver van het boek of film, je op verkeerde benen wilde krijgen.

Het werkt eigenlijk als bij een goochelaar of illusionist. Ze wijzen naar hun linkerhand met veel bombarie, zodat je daar op gefocust bent. Maar onderwijl doen ze iets met hun rechterhand, waar je dan vaak geen notie van hebt. Ze brengen je dan nogmaals met een vaak kruisbeweging in de war en je bent het spoor kwijt.

Dit zijn zaken die je allemaal kunt leren en zeker als je aanleg hebt. Mensen met “Maagd” eigenschappen zijn soms daarom in het voordeel en die met “Boogschutter” eigenschappen kunnen er sterk in zijn, maar als ze te snel besluiten wat het is, want dat is een echte hun eigenschap, dan komen ze ook niet meer op het juiste spoor.

Als je nog een kind bent, willen mensen en zeker ouderen, jou dan het liefst dat laten zien, wat ze denken dat het beste voor jou is. Ze filteren of willen het zo brengen dat het verteerbaarder is voor jou als kind en voor hun om als oudere te brengen.

Dit doen ze door je iets te laten willen denken, en aanneemt wat hun uitgedacht hebben, zodat dat je niet in de gaten hebt waar het echt over gaat.

Ouderen naar kinderen vinden dit niet oneerlijk. Dat is het ook niet vanuit hun oogpunt, want het is uit goede bedoelingen. Maar ze zouden veel meer bezig moeten zijn met wat echt belangrijk is voor het kind. Hoe laat ik het kind beter trainen, zowel lichamelijk als geestelijk, zodat het later daar profijt van heeft.

Een kind is de verantwoordelijkheid van de ouderen.

Ik schrijf met opzet ouderen en geen ouders, omdat alle ouderen op deze aarde, vanuit de door mij doorgekregen inzichten verantwoordelijk zijn voor het opvoeden van alle kinderen en niet alleen die van hun zelf.

Dit is voor mij een heel belangrijke les geweest. Ik heb deze vaardigheden dan ook heel erg getraind en veel boeken over gelezen.

Of je nu aanleg hebt of niet, er is altijd veel meer uit jezelf te halen, dan als je niet je lichaam en geest traint.

Maar hoe ontdek je ook wat je wel of niet kan in dit leven?

Mijn oudste broer ging trouwen omstreeks zijn 18de jaar een moetje zoals dat toen genoemd werd. Ze waren beide eigenlijk te jong, maar ze waren ook beide wel heel volwassen. Ik keek altijd erg op tegen mijn sterkste oude broer. Want sterk was hij. Als kind was hij al gaan werken als een volwassene in de fabriek van mijn ouders. Niet uit rijkdom, maar het moest gewoon om te overleven. Hij had polsen waar ik jaloers naar kon kijken zo dik. En toen hij zelfs een keer kwaad was op de broer die voor mij kwam, 7 jaar ouder als ik “Leen”, genoemd naar mijn Vader. Die gooide hem met een aardappel voor zijn hoofd. Hij pakte Leen zijn bromfiets, een “Kreidler met ei tank”, dat waren nog echte zware machines boven zijn macht en gooide die meters ver weg van hem af. Het was goed dat hij hem niet te pakken kon krijgen, want dan had ik misschien wel een broer minder gehad. Zo kwaad kon hij worden. Hij stotterde en was geen grote prater, maar zeker de hardst werkende broer die ik had.

Jan en zijn vrouw, bouwden hun eigen huis, van o.a. het geld wat hij apart legde van zijn vertering ’s geld van op de vrachtwagen rijden. Het werken in de fabriek was niet echt wat hij wilde, dus haalde hij zijn grootrijbewijs en ging Europa in als chauffeur.

Ze kochten een stukje grond om op te gaan bouwen. Ook kochten ze oude stenen die niet schoon waren, dus puin voor heel weinig geld. Elke avond maakte zijn vrouw stenen schoon en hij in de weekeinden als hij thuiskwam. Het huis is gebouwd door familie leden van zijn vrouw haar kant, die allemaal wel iets in de bouw deden. Heel soms moesten ze iemand in huren, voor iets wat ze zelf niet konden. Ik had grenzeloos respect voor hoe hun kozen voor een eigen gezin. Ze kregen twee kinderen, waarvan ik de oudste soms nog zie. Beren van kerels zijn het geworden, maar beide met een te zacht hart, wat ze liever niet laten merken naar de buitenwereld.

Mijn oudste broer: Jan Winter 24-01-1943 ✞ omstreeks zijn 50ste.
(Hij werd geboren voor dat mijn ouders getrouwd waren, dus de naam van zijn echte vader, waar hij en iedereen later pas achter kwam).
Mijn een na oudste broer: Hans Winter 07-07-1945
(Hij werd geboren voor dat mijn ouders getrouwd waren, hij kwam daar pas achter toen hij naar het Gymnasium ging. Want daar kon hij niet onder Goedegebuur ingeschreven worden.).
Mijn broer geboren voor mij: Leen 05-02-1949

Ik heb de geboortedatums op moeten zoeken, want die wist ik niet uit mijn hoofd. Mijn gevoel van onthouden is niet zo, dat ik die dingen kan of misschien wel wil onthouden, maar voor dit boek vond ik het belangrijk om deze gegevens hier toch te vermelden.

Toen ik hier dit opgeschreven had, schoot mij een stuk uit het leven van Siny te binnen, wat ik ook met jullie wil delen. Er is veel uit te halen en sluit eigenlijk ook naadloos aan het volgende hoofdstuk.

Siny kinderjaren.

Zij is vanaf haar geboorte tot ongeveer haar 6de door opoe en opaatje opgevoed, zoals zij ze nog steeds noemt. Ergens hele lieve mensen, als ik haar verhalen aanhoorde, maar toch ook wel vastzittend in hun eigen sores, zoals ze in Amsterdam noemen. Deze mensen hadden het ontzettend karig in hun bestaan en moesten ook nog eens op wat oudere leeftijd een kind proberen op te voeden. Siny was als ik het zachtjes mag zeggen, geen normaal en gemakkelijk kind ook nog. Er zat zoveel potentie in, wat door niemand echt in die tijd werd opgepakt om haar te laten slagen in het leven.

Siny had geen enkele manier kunnen vinden om onafhankelijk te worden. Ze kende haar Moeder wel, maar die zag ze toen nog niet vaak en haar Vader was een soort mysterie.

Toen haar moeder weer ging trouwen verhuisde ze naar Rotterdam en nam Siny met haar mee. Siny was ongeveer, 6 jaar oud. Dat was voor haar een grote gebeurtenis, maar ook vreemd. Alles was nieuw en door haar eerdere jaren en aanleg van haar ziel, was ze steeds meer gaan hechten aan vastigheid op elk gebied. Nu nog terwijl ze haast 60 jaar is, houd ze er niet van dat dingen veranderen. Daar had ze het heel moeilijk mee in het begin van onze relatie, want ik gooi dagelijks alles om en verander de regels, als ze beter uitkomen op dat moment. Maar ze heeft er nu meer leren leven, toen lukte dat niet of nauwelijks.

Zij hing vanaf dat moment nog meer aan haar Moeder, want dat was voor haar enige zekerheid. Met alle goede bedoelingen van de wereld die zij waarschijnlijk gehad heeft, snapte ze niks van hoe ze een kind op moest voeden. Ook in haar moeilijke tijden als er te weinig te eten was, zorgde ze beter voor zichzelf als voor haar kind. Dit heeft Siny nooit echt kunnen verwerken en er een blijvend litteken aan overgehouden.

Als haar Moeder muntjes op tafel legde en zij ze telde en zei dat het er 10 lagen en haar moeder zei, nee hoor het zijn er echt 12, dan nam ze het gelijk aan en twijfelde niet meer. Dit voortdurend niet op de juiste manier met een kind omgaan, zorgde er voor dat Siny op dat moment een totaal onvermogen ontwikkelde om zelf te denken. Hierdoor was ze niet in staat om zelf een mening te vormen. Ze had een blind vertrouwen in die mensen die haar het dichtstbij stonden. Dat is ook haar natuur en zou goed moeten gaan. Maar deze wereld gaat nu eenmaal met de beste mensen vaak het hardste om. Deze moeten leren om te overleven en die lessen kwamen voor haar eraan.

De huisarts was dit ook opgevallen, dat het zo niet door kon gaan en stuurde Siny op een zomerkamp op Ameland. Hij verzorgde het financiële voor deze vakantie, want haar omgeving kon het niet betalen. De tocht er heen vond ze geweldig. Zeker de bootoversteek was een avontuur waar ze vol van was, maar in het kamp aangekomen met allemaal vreemde mensen en kinderen, was ze gelijk niet meer tevreden en op haar plaats. Ze wilde gelijk contact hebben met haar Moeder, maar dat mocht niet, dus schreef ze maar een kaartje. Dat ging dagelijks zo, tot ze naar huis kon. Ze voelde het of ze gestraft werd en wilde dit nooit meer.

Volgens Siny waren de volgende 10 jaar geweldig. Ze leerde snel bij, door met andere mensen contact te hebben. Hierdoor kon ze stukje bij stukje meer zichzelf worden.

Door dit op deze manier zelf meegemaakt te hebben, was ze later in met het opvoeden van haar eigen kinderen veel te veel gefocuste op dat ze onafhankelijk moesten zijn. Ze drong er veel te veel op aan dat ze een eigen mening moesten hebben. Ze moesten met alles onafhankelijk kunnen zijn van hun ouders. Dit was een overdreven reactie op wat ze zelf had meegemaakt. De oudste twee waren dan ook snel de deur uit, omdat ze niet echt het gevoel hadden, eigen keuzes te kunnen maken. Niet die ze van uit hun hart wilde. Ze waren zo onafhankelijk opgevoed dat ze te weinig liefde konden delen met hun ouders.

Alles was goed bedoelt, maar beide ouders waren niet in staat om op de juiste manier met hun kinderen te communiceren. Het verdiepen in wat het kind, de ziel echt nodig heeft is iets wat maar heel weinig mensen van nature is gegeven. De meeste denken dat ze het goed doen en met alle goede bedoelingen, maar uiteindelijk zeg ik altijd, komen ze bij mij op consult om te vragen, “wat is er misgegaan”? Later zou blijken dat ook ze niet met elkaar in staat waren om op die manier te praten, dat ze ook een beter contact met elkaar kregen. En op een onverwachte dag, bleek de liefde over en waren er geen woorden meer en zijn ze gescheiden.

Nu nog is het vaak moeilijk voor haar om echt onder ogen te zien wat wel waar is en niet. Heel veel jaren later, in haar puberteit, hoorde ze pas wie werkelijk haar Vader was. Het was iemand die ze wel kende, maar nooit van vermoed had dat hij het was. De zoveelste onzekerheid in haar leven.

Als ik het haar vraag zegt ze nog steeds, dat ze voor haar gevoel toch het grootste gedeelte opgevoed is door haar Opoetje en Opaatje, zoals zij ze zelfbenoemde. Ook de hond Tilly was voor haar belangrijk, omdat die bij het gezin hoorde. Toen op een dag tegen haar werd gezegd, dat deze weg gelopen was, heeft ze weken gezocht. Ze kon er maar niet over uit dat hij weg zou lopen. Hij leek zo gelukkig als zij er was. De liefde van deze hond was voor haar een rustpunt in die tijd.

Jaren later dacht ze dat Opaatje misschien wel de hond dood had gemaakt omdat deze oud was geworden. Dat was haar gevoel wat ze over die situatie had vastgehouden en met niemand kon of durfde te delen.

Was dit gevoel waar of niet. We zullen het nooit weten. Maar nu haar kennende, zeg ik. Ze had waarschijnlijk gelijk. De mensen waren echt straatarm en konden de kosten om het dier wat ziek en oude begon te worden niet betalen. Wat kan ik er meer van zeggen. Niet goed, voor zen zieltje als het hare om keer op keer niemand te kunnen vertrouwen.

Maar ze moest door, want ze moest ooit daar komen om mijn pad te kruisen, anders was dit boek waarschijnlijk nooit geschreven.

Siny werd zoals veel kinderen uit achterstand buurten heel veel gepest. Ook op de lagere school was het niet anders. De jaren van leren gingen voor haar moeilijk, omdat ze zich niet veilig en niet krachtig voelde. Haar was bijgebracht dat ze niks kon en maar zwak was. Er kwam een ommekeer toen ze in de 6de klas (wat nu groep 8 is), naar huis wilde en tegen gehouden werd door de lastigste jongens van de school. Een van hun moest haar wel geregeld hebben, maar die kon ze dan wel afschudden en ontwijken. Als het kon probeerde ze die situaties altijd zeer wijselijk te vermijden, maar nu kon ze geen kant meer op en ze waren ook nog met zijn vieren. Een Leeuw sterrenbeeld met Ascendant Leeuw, kan je wel proberen tegen te houden, maar als die erachter komt hoe dat ze werkelijk zijn is het oppassen geblazen. Een te lieve ziel, houdt het dan ook niet meer, dus de stoppen sloegen totaal door. Ze wist er later zelf niet zo veel meer van, het was een black out. Haar Moeder vertelde haar later, dat ze met die vier jongens op het grasveld, waar je absoluut niet op mocht komen van het schoolhoofd het grasveld had aangeveegd. Normaal zou ze nooit op dat grasveldje gekomen zijn, want als er een regel was, dan was dat voor haar heilig. Een vastigheid, waar je niet aan tornde. Nu was het totaal anders. Even waren nu alle regels weg. Haar emoties die door de anderen niet begrepen werden in combinatie met te vaak gesard en gepest worden, koste hun tol.  

Eraan gedacht had ze al wel vaker. Eens moest ze opstaan en hopen dat het anders zou worden. Praten met die of andere jongens was niet haar sterkste eigenschap. Dat had ze wel geprobeerd, maar dat liep altijd uit op hoongelach. Toch kon ze zich altijd in houden, of was het onzekerheid. Dat werd ook later niet erg duidelijk voor haar, omdat ze moeite had om te zien waar haar echt kracht en kwaliteiten zaten.

Ze hoorde later ook van haar Moeder, dat het hoofd van de school had toe staan te kijken met de armen over elkaar. Haar Moeder was daar om haar zusje van school te halen. Zij wilde gelijk het veldje op om te helpen. Maar het hoofd hield haar tegen en zei, “ze red het wel”. Verder niet, hij moet blij geweest zijn, dat de juiste persoon, nu opstond en orde op zaken stelde. Ouders, leraren of wie dan ook, uiteindelijk zal je het zelf moeten doen. Dat zijn lessen die iedereen op een bepaald moment moet leren in het leven.

De Leeuw Siny, had de vier jongens het hele veldje laten zien. Dat maakte voor altijd een reuze indruk bij iedereen die het gezien had. Maar zelfs bij die het alleen maar van horen zeggen had het iets erg duidelijk gemaakt. Met haar valt nooit meer te sollen.

Siny mocht van het hoofd van de school die middag thuisblijven. Zij ervaarde dat als een geschenkje, want het was niet uit straf. Hadden ze haar erbij gezegd. Het voelde aan als een overwinning, een triomf, ook al zag ze niet in waarom dit gerechtvaardigd was. Maar het voelde goed aan voor haar. Ze was weer een stap verder gekomen. Tijd loopt soms snel en soms langzaam, maar leren doen wij allemaal.

Kleine kinderen groeien op en zij ging naar de middelbare school. De plaatselijke MAVO werd uitgekozen. Dat was erg wennen, want haar onzekerheid werd hier nu haast nog sterker omdat het allemaal nieuwe mensen waren waar ze mee om mee moest leren gaan. Toch deed ze het niet slecht, omdat haar ingebouwde mogelijkheden haar veel te bieden hadden. Een sterke ziel/DNA met goede mogelijkheden om te leren en veel te bereiken. Maar grote stappen waren het nog niet, dat bleek toen aan het einde van de eerste klas, voor haar het advies was om over te stappen naar de HAVO. Ze raakte totaal in paniek met het idee, dat wat ze daar had opgebouwd, hoe weinig dat ook nog was, op te moeten gaan geven voor een nieuw avontuur. Pas nu kwam ze tot de conclusie dat ze het toch wel fijn was gaan voelen. Die klas en school waren toch haar extra jas geworden, waarin ze zich veiliger kon voelen. Ze werd op de lagere school heel veel gepest en getreiterd, hier was het toch anders. Het idee, om hier weg te gaan zorgde voor vele nachtmerries bij haar. De stap was te groot, voor haar op dat moment, ze was er nog niet klaar voor. Ze besloot te blijven.

Eén jaar later. In de tweede klas van de MAVO kreeg het zijn vervolg. Een van de jongens uit de klas, wilde haar afzeiken en als mindere behandelen. Siny keek hem aan, diep in zijn ogen en zei, “wij moeten na de schooltijd vanmiddag, buiten maar eens een goed gesprek hebben”. Ze had in haar hoofd nog dat moment van op de lagere school en wist nu, als ik niet gelijk optreed, dan kom ik hier ook weer in een verkeerd licht te staan. Dan overkomt mij weer dat ik niks ben. Dit straalde zij uit en was vastberaden om dit nooit meer te laten gebeuren. Dan maar gelijk uitvechten. Het was toen goed gegaan, nu zou het ook moeten kunnen. Ze twijfelde, maar toch was het meemaken van toen voldoende om, niet te wijken voor dit gedrag.

Een van de andere jongens legde zijn hand op de schouder van de grootprater en zei, “geloof me… als je met haar wil vechten dan verlies je… “. In zijn stem klonk nog steeds het ontzag voor wat hij voor die situatie van toen had. De blaaskaak mompelde wat en is nooit meer vervelend geweest. Geen andere ooit nog zolang zij op school zat. Zo had zij haar plaats geclaimd en veroverd. De jongen die besloot toch maar in te dimmen was de zoon van de eigenaar van de Sparwinkel tegenover de school. Hij was dus voor haar niet zomaar iemand. Iemand van aanzien, vanuit haar toenmalige gezichtsveld.

Om haar gemoedstoestand duidelijk te maken en te verduidelijken. Vertelde zij mij ook dat ze toen ze jong was wel honderd baby’s wilde, later in haar leven. Maar die mochten nooit kleuters worden. Die tijd was voor haar te onzeker en hard geweest, dat ze zich niet voor kon stellen dat andere kleuters het wel goed zouden kunnen hebben. Haar beeld was vertroebeld, door te veel meegemaakt hebben. Haast alles slijt door de tijd, maar dat moest ze nog leren. Heel veel leren zou het worden voor haar.

Een andere ommekeer kwam er toen Siny naar de 2de klas van de MAVO ging. Die tijd gaf haar voor het eerst het gevoel dat ze zichzelf mocht worden en zijn. Haar eerste vriendin kwam in haar leven. Daarvoor was er niemand geweest buiten haar Moeder, Opoe en Opaatje en die hadden het niet echt goed aangepakt om haar zekerder te maken.

Voor het eerst in haar leven was het een fijne klas. De meisjes daar, ze waren echt gezellig. En ook mocht ze voor de eerste keer verliefdheid gevoelens meemaken. Het werd al snel niks, toch koesterde ze dat gevoel, het was mogelijk. De vlam van gevoel werd er wel door gevoed, ze kon nu verder. Op weg naar het nu.

In deze schooltijd gebeurde er nog veel meer wat voor haar van groot belang zou blijken te zijn in haar leven. Tot dat moment had ze de achternaam van haar moeder gehad. En nu was het eindelijk geregeld dat ze een eigen naam had. Ook zaten er gelijk in het begin van dat jaar twee meisjes in haar klas. Die ook bij haar op de lagere school gezeten hadden. In die tijd ervoor liet ze haast door iedereen over zich heen lopen, door gebrek aan zelfvertrouwen en zekerheden.

Eén van de twee van haar oude leven zat voor haar en draaide zich om en zei, “vertel waarom heet jij nu anders”. Siny haar reactie was…”Dat gaat je geen donder aan”. en vanaf dat moment wist ze dat er heel veel mensen géén kaas meer van haar brood zouden kunnen gaan eten.

Siny had als heel klein kind te vaak hongergeleden en klappen gekregen. Haar was geleerd om te kruipen en niet om voor zichzelf op te komen. Daar was voor haar nu een einde aangekomen, vond zij. Gelijk had ze, maar het leven is niet ineens te veranderen.

Eerlijk is eerlijk. Het is niet helemaal weg dat zal ook nooit helemaal kunnen. Wij werken er samen aan en dat is goed. Liefde en vertrouwen maken heel veel goed in het leven.

Ze moest nog vele hobbels overwinnen en ook toen ze in mijn zaak kwam wat ze nog niet zo ver om echt te staan voor wie ze echt was.

Nu zijn wij alweer jaren bij elkaar en is ze verder als de meeste mensen ooit zullen komen. Wat ze niet in kan halen is dat wat ze niet heeft meegekregen in haar fundering van de opvoeding. Daar kan zelfs ik niks aan veranderen, maar wij blijven er aan werken tot de dag dat wij overgaan. Want leren is dat waarom wij hier zijn en ondanks dat vaak anderen het ons moeilijk maken in het leven, gaan wij allen toch verder op ons eigen pad. Dat kan ook niet anders als je bent wie je bent. Siny behoort voor mij tot de sterkste mensen die ik ooit heb meegemaakt en dat niet alleen om wat ze als kind heeft meegemaakt, maar ook omdat ze altijd aan zichzelf is blijven werken. Dan verdien ze respect.

Siny had in haar jeugd veel te weinig en ook goed eten gehad. Mede hierdoor was ze verzwakt en mankeerde van alles. Zij had wel respect voor eten, toen het haar beter ging. Maar echt eten om ervan te genieten is iets wat ze heeft moeten leren. Ze kon in het begin niet stoppen met eten, als er veel was.

Ze is nu zo ver gekomen, dat ze geleerd heeft om zelf te doseren en het vertrouwen te houden, dat wij kunnen blijven eten en drinken, als wij ook ons leven maar in dienst blijven stellen van die het verdienen.

Wij kunnen vaak veel meer als dat we denken.

Zo leerde Siny wat ze wel en niet kon op dat moment in haar leven, later zou ze ervaren dat zij tot heel veel meer nog in staat zou blijken te zijn.  Maar ook kwam zij erachter dat de verantwoordelijkheid van de ouders voor een kind, niet makkelijk is. Want hoe slecht dat je voorbeeld ook was, is dat nog geen garantie dat je het zelf zo ontzettend veel beter gaat doen.

Alle goede bedoelingen van ouders zijn mooi, maar het is en blijft maar aanmodderen volgens mijn inzichten, omdat ouders niet beseffen wie hun kind is. Ook weten ze te weinig over hun aanleg en mogelijkheden, om het maximale eruit te kunnen halen. Ik snap heus dat iedereen het goed bedoelt, maar wat krom is niet recht. 

In mijn eigen leven ging het verder met lessen en gebeurtenissen die bepalend waren op mijn eigen pad om daar te komen waar ik nu ben gekomen. Natuurlijk was elke stap belangrijk, omdat te bereiken, daarom wil ik hier nog een zware tijd met zijn lessen weergeven. Want echt als wij onszelf leren kennen, dan kunnen we veel meer, zeker als we op de juiste seintjes letten.

Toen ik weer goed aan het trainen was, na de scheiding van mijn eerste huwelijk, voelde ik het noodlot weer toeslaan. Ik was van diep gekomen, maar was op de goede weg. Nu ging ik een kopje koffie drinken in een café, waar de avond er voor nieuwjaar was gevierd.  Ik was er ook nog even geweest, die avond en ze hadden gezegd, die wil komen de volgende ochtend krijgt haring met koffie enz. Ik in mijn eenzaamheid vond dat een goed idee. Ik had een doel en dat had ik, zeker toen nodig. Het was er nog rommelig en overal lag wel wat, ik was duidelijk te vroeg. Ze moesten alles nog opruimen. Maakt niet uit, dan help ik toch even, zo ben ik nu eenmaal. Eerst even koffie, kreeg ik te horen. Een goed plan, daarna aanpakken.

De koffie werd geserveerde en ik stond aan de bar en pakte mijn kopje aan, niks aan de hand. De avond ervoor wel te veel gedronken, maar ik was sterker aan het worden, ik mankeerde niks vond ik. We stonden even wat te praten en op een zeker moment gaat de deur open en komen er een paar mensen binnen. Ook te vroeg dus. Ik stap een stapje naar achter, omdat ik graag altijd mensen voor mij heb en graag dan op een strategische plaats wil staan, als er anderen in mijn omgeving komen. Ik stap achteruit op een omgevallen barkruk. Mijn enkel knikt door, maar ik viel niet. Shit verzwikt, dat doet even pijn. Koffiegedronken, haring gegeten en het bier kwam op de tafels. Ik had toch wel last van die enkel, dus ging ik naar huis. De sportschool was nog een paar dagen dicht, dus ik hield wel even rust, dan wast het zo weer over, dacht ik.

Twee en halve dag later, komt er een neefje langs. De oudste van mijn broer Hans, uit Aerdt. Hij was een tijdje een echte topsporter en heeft het zelfs gered tot keeper bij het tweede van Vitesse Arnhem en de Graafschap Doetinchem. Uiteindelijk zou hij het niet redden, door te weinig ruggengraat. Talent had hij meer als voldoende, maar dat is om de echt top te halen niet genoeg. Hij keek naar mijn enkel en vroeg hoe het gegaan was en hoe lang ik dit al wel niet had. Toen ik nog niet uitgepraat was, pakte hij de telefoon en belde de huisarts op, om daarlangs te kunnen komen. Die keek en stuurde mij gelijk door naar het ziekenhuis. Een uurtje later zat het gips er om. Ik weet nog goed, dat de arts daar, mij aankeek en zei, “dit gaat echt even heel erg veel pijn doen”. Ik maakte mij niet zo’n zorgen, want ik was een bikkel, daar was ik van overtuigd door alles wat ik al mee had gemaakt en getraind. Maar hij had gelijk, nog nooit zoiets gevoeld. De spuit moest via omwegen tussen mijn gewricht geduwd worden. Want de breuk zat in het midden en niet aan de buitenkant.

Een dag later was de sportschool weer open. De eigenaar heette Willem Takke, ooit een begenadigd worstelaar geweest, nu had hij een sportschool. Zijn handen stonden krom, omdat hij een soort van spierkanker had gehad en het meeste van zijn spieren weg was gehaald. Ook liep hij met soort van beugels in zijn broek. Niet dat hij er ook over sprak, daar was hij veel te stoer voor. Maar je hoorde die dingen van zijn hele lieve vrouw. Deze deed het meeste in de sportschool en had het niet makkelijk met hem. Hij was er eentje van de zeer oude stempel, nog op dat moment. Later heeft hij zich leren beheersen omdat het haar te veel werd en van hem af zou gaan, als hij niet liever zou worden. Ze snapte zijn pijn en ergernissen wel, maar verdiende ook aandacht en dat kreeg ze na die tijd dan ook meer.

Willem was ook masseur geworden en omdat hij zelf van alles mankeerde had hij op elke probleem lichamelijk haast wel een oplossing gevonden zou ik later ondervinden.

Ik meldde mij bij hem, dat ik een tijdje niet meer kon komen trainen, omdat mijn onderbeen helemaal in het gips zat. Hij wilde even alles bekijken en toen ging hij achterover zitten en keek mij aan. “Jij denkt dus, dat je nu niet hoeft te trainen”, kwam er kort maar duidelijk uit. Ik verweerde nog er mee dat ik wel wilde, maar niet kon toch met dat been. Hij leek haast te ontploffen en zei, “het maakt niet uit welke smoes het is, het is en blijft een smoes”. Ik vroeg hem om duidelijker te zijn, want ik hem echt even niet kon volgen. In zijn eigen noeste manier van praten en optreden kwam het in het kort op neer, dat ik zeker wel kon trainen, als ik maar dat deed wat wel kon. En niet zoals de meeste mensen bezig bleef met wat ik niet kon.

Deze regel kende ik ergens zelf al wel, door mijn verkregen inzichten, maar zeker had ik die nog niet gecombineerd met de situatie waarin ik nu zelf gekomen was.

Hij kwam met een compleet schema van trainen en controles van hem en ik heb mij daar helemaal aangehouden. Het was een fijne tijd en de band met hem werd er ook veel beter door.

De dag dat ik naar het ziekenhuis moest om het gips er af te halen, was aangekomen. Ik moest op een tafel gaan liggen en er was een rolstoel naast gezet voor als het gips er af was. De arts vertelde dat het wel een tijdje zou duren, voordat ik weer alles met mijn enkel zou kunnen, want al die weken van stilzitten en de breuk in het midden kostte nu eenmaal tijd. Het gips werd er met een soort van elektrische schaar afgeknipt. De arts draaide zich om en ik stapte van de tafel af. Ik voelde heel voorzichtig of ik kon staan en wilde in de rolstoel gaan zitten. Maar ik voelde gelijk dat mijn enkel helemaal goed aanvoelde en leunde wat op links en rechts. Toen de arts weer omdraaide, keek hij mij aan en zei verschrikt, “maar je kan er nog niet op staan hoor”. Ik liep wat heen en weer en zei, dat valt reuze mee hoor. Ik denk dat ik alles weer kan. De arts vertelde mij dat hij dit nog nooit gezien en of meegemaakt had. Ik vertelde hem dat ik een speciale manier van trainen had gedaan in die weken van gips en ging naar huis. Diezelfde middag trainde ik weer totaal alles op de sportschool.

Een hele grote les was mij duidelijk geworden. Er is vaak een oplossing, waar het onmogelijk lijkt, met de juiste kennis en inzet.

Heel veel jaren later, had ik hier ook heel veel aan, toen ik door een van mijn tijdelijke gegunde kleinkinderen opgooide in het zwembad in Den Haag.

Een korte tijd gunde de dochter van Yolanda ons om met haar kinderen tijd door te brengen.  Wij gingen echt naar elke evenement en verjaardag van die kinderen. Op die dag was het zwemmen en ik stoeide altijd met de kinderen. Ik pakte er een op en wat ik al zo vaak gedaan had, gooide die omhoog om weer op te vangen. Ik voelde een scheut door mijn arm en schouder heen en ging gewoon verder met spelen. Een paar dagen later bleef het vervelend en ik kon er ook niet goed op liggen met slapen, dus naar de dokter. Foto’s en een scan later, bleek dat er een pees haast helemaal afgescheurd was. Ik moest geopereerd worden. Het werd zo goed als mogelijk was vastgezet en ik moest de volgende dag op controle komen. Het zag er goed uit kreeg ik te horen. Op mijn vraag wanneer ik terug moest komen, kreeg ik te horen, “de eerste paar dagen, elke dag”. Met een eigen zaak is dat niet makkelijk, dus ik was niet blij. En wat ik wel en niet zou mogen werd mij meegedeeld. Zeker 6 weken geen autorijden. Ik keek en zei, “dat kan niet, ik moet naar de zaak”. “Wanneer mag ik het dan wel weer”, was mijn vraag aan die specialist. “Als u, de arm weer helemaal boven uw hoofd kan krijgen”, was het antwoord en ik kon het er mee doen, want hij was de kamer alweer uit.

Ik ben naar huis gegaan en ben gaan trainen. Rekken en strekken en speciale andere technieken, die ik in mijn leven had geleerd. De volgende ochtend was ik er op controle en de specialist wilde alles gaan controleren, maar ik was hem voor. Ik bewoog mijn arm zo soepel als mogelijk was met cirkels boven mijn hoofd en zei, dus nu mag ik weer autorijden. Hij trok zijn wenkbrauwen op en zei, “ja als u dat kunt, mag het”. Ik was ook al met de auto er heen gereden, dus was het opgelost.

Mijn schouder doet nog steeds pijn, maar ik kan er wel alles mee. Dat risico heb ik genomen. Het was dat of uit mijn rol vallen. Ik koos ervoor om mijzelf te willen zijn. Of het een juiste beslissing is geweest, zal altijd een discussie kunnen blijven, maar ik kon wel mijzelf blijven en dat was het mij waard. Ik ben wie ik ben, ook als dat pijn doet. Dit hoofdstuk gaat over wat je wel en niet zou kunnen in dit leven. Maar eigenlijk gaat het ook over het hele boek en systeem, hopelijk begin je dat door te krijgen. Het meemaken van verschillende kleine en grote zaken en gebeurtenissen in ons leven, zorgen ervoor dat wij groeien en leren om dichter bij de waarheid te komen. En dan niet de waarheid van anderen of die ons geleerd is wat normaal is of …

3 Antwoorden op “08. Wat je wel en niet kan in dit leven”

  1. Heb het met heel mijn hart en ziel gelezen…. Dankjewel lieve, lieve allebei..!
    Liefs, Annemieke – Maria – Anastasia Sanguedolce – geboren Lammertink

  2. Gedane zaken nemen geen keer. Aangezien ik er veel van gegroeid ben hoop ik dat anderen ook iets aan mijn ervaringen hebben. Toen dit hoofdstuk geplaatst werd vroeg Jacobus mij: wil je het nog lezen voor ik het plaats? Ik zei nee… ik vond het goed toen je het schreef, weet niet precies meer wat er in stond maar dan zal het nu ook goed zijn. Plaats maar. Nu lees ik het terug en denk, het is maar goed dat ik het niet eerst gelezen heb want het roept nu nog steeds veel emoties op. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *